Naar de plantages in Commewijne

Om 8.45 gaan we met een busje op pad, richting de aanlegplaats van onze boot voor deze dag. We steken de Suriname rivier schuin over richting het kruispunt met de Commewijne rivier. Aldaar start de zoektocht naar dolfijnen. Eigenlijk hebben we meteen prijs, maar dolfijnen goed op de foto zetten is andere koek. Vele pogingen mislukken, tot een van die gabbers zo vriendelijk is om zich vlak voor de boot in diverse standen te showen. Er is nog een boot met toeristen en diverse garnalenvissers. Onze locale gids vertelt dat het een groep van ongeveer 20 dolfijnen is op deze locatie. Na een uurtje varen we door en passeren uitgebreide mangrovebossen. We komen aan op plantage Rust en Werk. Het is een van de 13 percelen van 600-700m breed en zo’n 7 km diep. Al deze percelen zijn in een periode van zo’n 30 jaar aangeschaft en bij wijze van hobby opnieuw in cultuur gebracht door één persoon. Daartoe wordt het land eerst omdijkt, gedurende zo’n 3 jaar onder water gezet, vervolgens drooggelegd, opgehoogd en met gras ingezaaid. De dijken worden beplant met allerlei bomen zoals kokospalmen, papayabomen en noni-bomen. Van laatstgenoemde boom worden de vruchten gefermenteerd. Aan het vruchtvlees vlak onder de schil wordt veel geneeskracht toegeschreven, voor wel ruim 140 mogelijke kwalen. We bezoeken een schooltje voor de kinderen van alle werkkrachten aldaar. We horen dat er gisteren een algemene rekendag is geweest voor alle kinderen. Vandaag wordt de rekentheorie in allerlei vormen toegepast, per klas in verschillende praktische thema’s. Vervolgens worden we in een wagen met tractor rondgereden. We zien allerlei weiden: met bonte koeien, zwart-wit koeien, schapen, geiten, stieren en ook melkkoeien (om de jonge vleeskoeien melk te geven gedurende de eerste 3 maanden). Ook zien we garnalenvijvers. Er zijn totaal ruim 100 mensen in dienst om al deze 13 percelen te beheren. Na afloop varen we een klein stukje verder naar plantage Johanna Margaretha, waar we genieten van een heerlijke warme lunch. Na afloop varen we naar plantage Frederiks Dorp. Deze locatie is ca 25 jaar geleden aangekocht door een Nederlander en vervolgens helemaal weer opgeknapt. Huizen zijn gerestaureerd, gronden zijn opnieuw in cultuur gebracht. Het is een paradijsje van rust, met veel schaduw onder hoge cocospalmen. We maken een rondwandeling. Dan varen we helemaal terug naar de Surinamerivier, naar Fort Nieuw Amsterdam. Het is een soort openlucht museum waar de periode van de slavernij zo volledig mogelijk uit de doeken wordt gedaan. Niettegenstaande het niet-aflatende enthousiasme van onze gids, haken steeds meer mensen af. Als de groep tot 4 personen is geslonken, valt het kwartje bij de gids en stelt hij voor te stoppen. We varen terug naar het vertrekpunt, nemen het klaarstaande busje en zijn rond 18 uur weer thuis. Iedereen is moe na deze prachtige informatierijke dag. In het appartement eerst borrelen en dan nog een eenvoudige warme maaltijd. Henk de Vries komt langs om de komende 2 dagen richting Frans Guyana uit de doeken te doen.